vrijdag 13 november 2009

Onderzee

Achter het raam van zijn helverlichte woonkamer zit avond aan avond, als in een aquarium, mijn ontzettend dikke overbuurman. Het vlees van zijn ontblote buik ligt in lagen gedrapeerd in zijn schoot. Hij is een bezienswaardigheid - maar geen vrolijke. Zoals hij daar zit achter glas lijkt hij in de verte op een rare witte vis. Een wezen uit de diepzee,een plaatje uit het boek van Jules Verne. Aan sfeerverlichting doet hij niet, de dikke man. En aan heel veel andere dingen waarschijnlijk ook niet.
Hij zit, dat wel. In zijn vaste stoel voor de televisie, die je in de verte ziet blikkeren en die vreemde schaduwen op zijn lichaam werpt. Om zes uur 's avonds zit hij daar en om een uur 's nachts zit hij daar nog. Tussen de slapende huizen en het donker van de binnentuin licht het op, zijn witte vlees. Hoe ver af van alles voltrekt zich zijn leven - van 20.000 mijlen onder zee.

met dank aan Jules Verne

maandag 24 augustus 2009

Voor later

O, wat maken we ons druk om onze slinkende pensioenaanspraken, lijfrentepolissen en vermogens op de bank. Want het is crisis. Straks zijn we oud, en dan willen we dat appeltje voor de dorst. Zodat we fijn door kunnen leven zoals we dat altijd deden.
Denken we. Maar voor veel premiebetalers loopt het toch net even anders af. Veel van jullie worden geen honderd, lekker op de eigen driezits thuis. Jullie worden ziek, takelen af, thuiswonen gaat niet meer. En dan? Dan moet je naar een verpleegtehuis. Ja, ook jij. Van de ene op de andere dag laat je alles achter: je huis en al je spulletjes, de tuin, de kat, en je man, of vrouw.
Nu zit je heel ergens anders. Er is veel wachten bij. Tot er eindelijk iemand komt om je uit bed te halen 's ochtends. Of om te mogen douchen, eens per week. En ook als je moet, moet je gewoon wachten.
Je pensioen kan je dan niet helpen, en je spaargeld ook niet. Je zou er wel extra personeel van willen betalen in het tehuis waar je zit, maar zo werkt het niet. Had je destijds in de Kamer maar harder gevochten voor meer handen aan het bed en betere salarissen in de zorg. Maar je koos andere prioriteiten. Welke ook weer?

zaterdag 8 augustus 2009

De vriendelijkheid van vreemden

Lekke band vanmiddag, onderweg naar huis, na het aanschaffen van verscheidene iniminie onderbroekjes die de naam 'broek' beslist niet waarmaken. Nog peinzend over de huidige staat van het ondergoed (waarom is na de string nu het boxertje in?) klonk plots bonk bonk de velg. Lopen? Dacht het niet. Nee, staand op de pedalen verder, zoals bij indoor spinnen, maar dan dus outdoor, in het wild. Zag er tamelijk raar uit, en dat zei dan ook de fietser die nu langszij verscheen. Lekke band, vroeg hij. Uhu, hijgde ik. O, zei de Aardige Man, nou, ik woon hier om de hoek en als je wilt pak ik wel even m'n fietspomp.
Zo gezegd, zo gedaan. Na vijf keer bedankt roepen fietste ik vrolijk verder, vol sympathie. Niet alleen voor de Aardige Man, maar voor de hele stad en iedereen d'r in. De wereld was ineens een betere plaats door de vriendelijkheid van een vreemde.
Uit onderzoek blijkt dat ons wereldbeeld mede wordt bepaald door hoe we worden bejegend in de openbare ruimte. Worden we met de nek aangekeken of voor klerewijf uitgemaakt omdat we, ik noem maar wat, een stukje over de stoep fietsen (is me ook weleens overkomen), dan beïnvloedt dat ons negatief.
Sinds ik dat weet geef ik buiten zo vaak mogelijk glimlachjes weg.
Aan de moslima bij de H&M, die van haar man moet opschieten. Aan de oude dame met rollator die wil oversteken maar niet durft. Aan een kibbelend stel waarvan de hij de blik op oneindig heeft. Ze zijn vaak verrast, de mensen. Ze verwachten het niet, maar ze glimlachen meestal terug. En misschien blijft 'ie nog wel even hangen ook, die glimlach.
Vriendelijkheid van vreemden: het kost niets maar het is onbetaalbaar.

vrijdag 10 juli 2009

Gevallen

En toen was het stil. Want wat overkwam deze schrijfster van een interviewbundel met zestien verhalen over de liefde? Wordt zelf pats boem paukeslag verliefd. Notabene op de avond van de presentatie van mijn eigen liefdesboek vond ik mijn nieuwe liefde. Ja het klinkt klef, ik weet het. En sprookjesachtig, dat ook. Vooral dat laatste natuurlijk.
Maar goed, daar zat ik dan. Me maandenlang gestort op de liefde en zo'n beetje alle gedaantes ervan beschreven maar voorkennis of niet, ik werd gewoon ouderwets van m'n sokken gegooid en was helemaal nergens meer. Letterlijk ook soms want ik vergat om de haverklap m'n sleutels en m'n verstand er bij. Van alle zestien antwoorden op de vraag wat liefde is kon ik me de afgelopen zes weken (en twee dagen, wist Hij vanochtend te melden) vooral vinden in wat Simon Vinkenoog zegt: liefde is een allesomvattend gevoel waar al het andere voor moet wijken.
Dat moet je vrij letterlijk nemen. Sporten, de krant lezen, televisiekijken (DZDD - nog nooit gezien) of gewoon een beetje nadenken: nope. Verliefdheid maakt pap van je hersenen. En ben je dan een keer alleen, zit je stom voor je uit te staren maar stofzuigen, ho maar.
En, hoe gaat dit sprookje verder? Wordt vervolgd.

woensdag 27 mei 2009

What's in a name?

Jarenlang heb ik voor mijn werk mensen geïnterviewd maar nu zijn de rollen omgedraaid. Sinds mijn eerste boek Over liefde gesproken verscheen op 14 mei heb ik vijf interviews gegeven; de laatste keer was vorige week woensdag voor de Volkskrant- niet meteen het slechtste onder het journaille, inderdaad.
Hoe het was? Even gek, die omgekeerde wereld, maar 't went snel kan ik u vertellen. Voor het eerst merkte ik hoe vleiend het is, die belangstelling, en dat iemand van jou wil weten wat jíj ergens van vind. Ja, dat went verdomd snel...
Een paar interviews gingen per telefoon, dat was voor kleine stukjes zoals in Margriet en het nog te verschijnen julinummer van Happinez, maar er zitten ook echt een paar flink grote bij (Esta van half mei en het septembernummer van Santé) waarvoor ik urenlang ben doorgezaagd. Dat bracht het zweet af en toe wel op het voorhoofd, vooral als de vragen wat persoonlijker werden.
En dat werden ze al snel. Als iets me is opgevallen in mijn nieuwe rol als geïnterviewde, dan is het hoezeer het persoonlijke regeert, in de journalistiek. Oók de Volkskrant wil weten hoe het zit met met mijn eigen liefdesleven, omdat ik een boek heb geschreven met interviews over de liefde. Tsja.
Ander ding is hoeveel foutjes er ongemerkt sluipen in zo'n stuk. Mijn naam, mijn geboortejaar, de namen van geïnterviewden in mijn boek (en dat zijn toch bijna allemaal bekende mensen), het aantal interviews dat er in staat: het is allemaal al meermalen fout opgetikt door de dames journalisten. 
Als journalist houdt dat me een spiegel voor. Want zulke foutjes zijn mij ook wel eens, ahum, overkomen, een keer of misschien twee. Laat ik hier dus pleiten voor zorgvuldigheid. Ja, we staan onder grote (tijdsdruk), en ja, de boog kan niet altijd gespannen zijn. Maar mij 47 maken, terwijl ik nog maar 44 ben- dat kan natuurlijk niet!

zaterdag 16 mei 2009

Jongensding

The Boat that Rocked is, net als High Fidelity een paar jaar geleden, een film over een typisch jongensding: muziek draaien, er eindeloos slap over ouwehoeren, er lijstjes van aanleggen en ga zo maar door. High Fidelity gaat bijvoorbeeld over wat je als man moet draaien als 't uit is.
Voor dat type jongens, maar ik ken genoeg volwassen kerels die 't nog doen, is muziek een geloof, dat ze vrij fanatiek aanhangen. Probeer als vrouw maar eens een duit te doen in zo'n muziekgesprek: ze kijken je aan alsof je Mandarijn praat. Maar hoezo eigenlijk, is muziek een mannending? Alsof wij niks draaien, als 't uit is!
Wat heet. Zelf hanteerde ik een heel uit-plankje, handig ingedeeld naar de verschillende fases van het hele proces. Voor fase één, zeg maar de alarmfase, zijn er de hardcore huilliedjes, de echt grote emotionele tranentrekkers. Over hoeveel vriendjes ik wel niet heen ben gekomen dankzij Bonnie Raitts I can't make you love me -ik ben de tel allang kwijt.
Mijn vrienden trouwens ook. Op een gegeven moment ben ik daarom maar opgehouden het hele proces van aan- en uitgaan überhaupt nog te vermelden. Ze verwachten er altijd zoveel van hè. En om ze dan iedere keer weer te moeten teleurstellen, dat hakt erin, hoor.
Dat het ergste voorbij is, weet je zodra je weer zin krijgt in Nobody's Wife. Eigenlijk kun je dat natuurlijk niet meer horen, maar op zulke momenten moet het even. En dan hard meebrullen natuurlijk. Wat mijn buurvrouw er ooit, toen het weer eens zover was, toe deed overgaan om een kaartje in de bus te stoppen met de tekst: 'Nobody's Wife: niet goed genoeg gehoord voor een tien, maar een acht zeker.' Waarmee ook mijn laatste restje liefdesverdriet smolt, als sneeuw voor de zon.

ps: dames, heeft u een favoriet liefdesverdrietliedje? mail het me.

vrijdag 24 april 2009

Bril zien

Dat de zon alweer zo ontzettend hard schijnt vandaag kan wel wezen, somber blijft het. Althans, bij mij. En lijkt het nou maar zo, of ben ik niet de enige? Vanmorgen ging ik koffie drinken om de kranten te lezen, of andersom, dat weet ik eigenlijk niet. 
Terwijl ik de kranten scande op stukken over Bril- het waren er weer veel, en allemaal bloedmooi - begon links naast me een man, de helft van een koppel mannen; beiden droegen zo'n hip te groot brilmontuur, danig in zijn ogen te wrijven. Ook op zijn stuk van de tafel lag een opengeslagen krant, met het gezicht van Bril. Nu ik eens goed om me heen keek, was de hele leestafel bezaaid met de kop van Bril. Van vijf verschillende kanten keek 'ie me aan. Toeval? 
Hoe dan ook, de man op links had het even te kwaad, dat was duidelijk. Zelf had ik het eigenlijk ook te kwaad. Het was niet de eerste keer vandaag en waarschijnlijk ook nog niet de laatste. Maar de drie luid kakelende meiden die nu staccato binnenklikten op hun hakken hadden zo te zien helemaal nergens last van. Ze hadden het over andere dingen. Dat kan, dat snap ik ook wel. Maar leuk vond ik het niet. Ik vind eigenlijk dat er even geen andere dingen moeten zijn, vandaag. Laat de dood de dag maar kleuren, hier boven de koffie en ook buiten in de zonnige stad. 'Let aeroplanes circle moaning overhead, scribbling on the sky the message He Is Dead. ' 

donderdag 23 april 2009

Dag Martin

Hij was een schrijver bij wie kiene zakelijkheid vanzelfsprekend hand in hand ging met grote literaire kwaliteiten, Martin Bril. 'Move the product', noemde hij dat zelf.

Had je eens een stukje nodig over 't een of ander, kon je altijd Martin bellen. Niet alleen wist hij het fijne van onwaarschijnlijk veel uiteenlopende zaken, ook had hij aan een half woord genoeg. Waar hij ook was, en vaak was dat in de auto onderweg naar een of ander gat of juist op de terugweg daarvan, voor je het in de gaten had was hij al van wal gestoken en volgde een lopend verhaal in volzinnen, die je alleen maar hoefde op te tikken. Wat hij zei was vaak raak en altijd vermakelijk. 

Als er in de rechterbovenhoek in de krant weer eens een echt pareltje stond- goed was het altijd, maar soms schoot je van schoonheid en ontroering het kippenvel over het lijf- dan nam hij de gemailde complimentjes koninklijk, dus met grote vanzelfsprekendheid, in ontvangst. Dat hij briljant was wist hij zelf natuurlijk ook wel. Ja, hallo!
Een paar jaar geleden liet hij me tijdens een interview in zijn werkkamer thuis even alleen met zijn fenomenale boekenkast, waarin ik de namen ontdekte van auteurs waar hij over had geschreven en dat deed hij zo, dat je het voor altijd onthield en wist: dit moet ik dus lezen, dit is goed. Het neusje van de zalm. 
En nu zitten we ineens zonder. Van alle stemmen die er klonken in de krant, lawaaiig, was hij die ene, die het bijzondere zag in de allergewoonste dingen, de kleinste dingen. Lieve Martin, rust zacht.





woensdag 15 april 2009

Rokjesdag, of: operatie Blootbeen

Rokjesdag mag voor mannen dan een klein ongecompliceerd feestje zijn, voor vrouwen is dat wel anders. Blote, haarloze, niet spierwitte benen zijn hard werken en vergen een operatie die met militaire precisie dient te worden uitgevoerd. Eén stap overslaan, en je verpest de boel. 
Zet om te beginnen de wekker een half uur vroeger. Stap onder de douche en scheer benen met vers mesje (dus niet die ene ouwe die er al maanden ligt). Haal jezelf niet open, want een prominente pleister is geen gezicht op zomerbenen. Volgt stap twee: afdrogen en de benen in de babyolie zetten. Dan droog, dus niet onder de douche, scrubben. Ja, dat is andersom, maar doe het nou maar want het werkt fantastisch en deze techniek is afkomstig van een autoriteit, namelijk de Amerikaanse beautyglossy Allure, bijbel voor alle die hard crème & cosmeticaliefhebbers wereldwijd dus wat wil je nog meer.  Wel de badmat daarna zorgvuldig uitkloppen, want van scrubcrème valt steevast het meeste naast het been en anders knarst het zo onder je voeten. Na het afdouchen en afdrogen volgt dan de laatste, cruciale stap: het Aanbrengen der Zelfbruiner. Geef hier nou maar gewoon een astronomisch bedrag aan uit want duur stinkt minder en je huid droogt er veel minder van uit. Vet de handen in met Nivea - dit ter voorkoming van oranje handpalmen. Smeer dan pas de benen in met de zelfbruiner. Nooit: licht/medium, al ben je wit als sneeuw zoals ik, want zie je niks van. Neem met droog watje enkels en knieën af. Was de handen met heet water en zeep en boen ze voor alle zekerheid met de groene kant van een schuursponsje uit de keuken want het is hardnekkig spul. Loop daarna minimaal vijf minuten blootbeens door het huis zonder te gaan zitten of ergens tegen aan te leunen. Vooral de witte bank niet. Doe daarna pas het Rokje aan. Ren dan als een dolle naar fiets/auto/trein want reken maar, dat u te laat bent. Sla de hele reis de benen niet over elkaar, dat geeft witte vlekken in de knieholte en daarmee zie je er alsnog uit als een Dalmatiër. Slaak zucht van verlichting als u eindelijk achter uw bureau zit. En tot slot: lach liefjes na de opmerking 'goh, wat zijn jouw benen al bruin.' 
(dank je, Heleen)

donderdag 2 april 2009

Vitamine B

De allerbeste muziek om bij te werken is en blijft voor mij de Brandenburgse Concerten van Bach. Daar kan niks tegenop. Hele boekdelen heb ik in de loop der jaren getikt bij de warme klanken van de strijkers, de violen, de cello's, de hobo en wat er verder nog allemaal in zit. Eindeloos op repeat drukken en net zo nijver doortikken als de muziek klinkt. Want echt alles in deze muziek werkt mee aan het scheppen van de ideale werksfeer. Dat het er zes zijn is om te beginnen al ontzettend handig, want samen duren ze lekker lang. Verder ligt het tempo tamelijk hoog, wat het iets heel bedrijvigs geeft. En het heeft ritme - al klinkt dat om een of andere reden wat oneerbiedig, bij Bach. Maar het is gewoon zo; de Brandenburgse Concerten swingen de pan uit. Het is aangename, opgewekte muziek en van een ongelooflijke helderheid, als frisgewassen lakens wapperend in de wind. Eventuele mist in het hoofd trekt er spontaan van op. Iedere noot lijkt te zeggen: omhoog, voort, op, door! 
Maakt niet uit hoe vaak je ze hoort, vervelen gaan ze niet. En dat heeft natuurlijk alles te maken met de genialiteit van Bach: zijn muziek klinkt helder en als het ware moeiteloos, maar in wezen zijn de Brandenburgse Concerten ongelooflijk rijk en complex. Arbeidsvitamine? Dacht het wel.

zondag 29 maart 2009

Kalahari Kome

Een zijden eenpersoons lakenzakje zo groot als je vuist, vederlichte merinowollentruien die je dagenlang kunt dragen zonder dat je gaat stinken, knisperende jacks van hitech spul die 'hardshell' heten en waar nog geen jetstraal doorheen kan en sokken met zoveel comfortzones dat je niet eens meer schoenen nodig hebt. Oh wat is het leven mooi, in de buitensportzaak. Daar doemt een wereld op gevuld met zachte, warme en droge dingen die het comfort bieden van een vijfsterrenhotel. Met handige snufjes voor iedere denkbare situatie; die spullen bouwen een buffer om je heen. Je wordt gepamperd, al ben je nog zo op survivaltocht in de Kalahariwoestijn. Maar het mooiste komt nog: de uitrolbare toilettassen, voor kleine flesjes gevuld met kleine beetjes, verkrijgbaar in kinder-, mannen-, en vrouwen-zoals-ik-maat, en, let op, met Inklapbaar Klerenhangertje. Schuift zo weg in het speciaal daartoe uitgespaarde, eh, gleufje, en laat zich aan de badkamerdeur haken. Nooit meer een nat onderkantje! I have a dream, van een koffertje met wat van dat handige hightechsupervezelspul d'r in, en een zee van tijd. En laat dan maar komen, die Kalahari. 

zaterdag 21 maart 2009

Sime qua non

Als ik niet kan slapen grijp ik altijd weer naar een oude remedie: het Simenonnetje.  Zo'n 25 heb ik er, t zijn van die oude pockets die je voor twee euro koopt op de markt en ze ruiken sterk naar ouwe boeken en zolder, muf, maar fijn muf. Diep je neus in zo'n boekje steken en thuiskomen. Ze heten Maigret en de keurige mensen of Maigret en het lijk in de kast en ze spelen zich af in de jaren veertig, vijftig en ook nog in de jaren zestig want die Simenon schreef maar door. Het was een een andere tijd: de Hallen waren nog de Hallen en in Parijs reden nog trams met open balkon, waarop Maigret dan staand zijn pijp rookt. Daar houdt hij van, en ook van in zijn kolenkachel poken op zijn kamer en van bier en sandwiches laten brengen door café Dauphine tijdens een lang verhoor. Hij eet vaak alleen, Elzasser zuurkool of wildragoût. Tijdens een onderzoek verandert hij in een soort zwerfhond, de straat op en mijmeren, voelen wat z'n intuïtie hem ingeeft. Mooi hoor, is dat. Je ziet hem lopen: zware man, dikke jas, gleufhoed en een groot begrip voor de mensen en de dingen. Hij belt wel altijd even mevrouw Maigret om te zeggen dat hij niet thuis komt eten maar zij heeft aan een half woord genoeg en weet hoe dat gaat als hij weer eens onderduikt. 's Ochtends als hij wakker wordt, brengt ze hem een kop dampende koffie op bed, zwart. 
Ik weet niet waar meer troost van uitgaat, dat lekkere mufje luchtje of de wereld van Maigret, die ik ken als m'n broekzak want ik heb al die boekjes al minstens twee, drie keer gelezen. Maar dat maakt niets uit, integendeel, het is juist een extra attractie dat je weet wat er komt. Want daar doe je het voor. Van de rest van het leven weet je helemaal nooit wat er komt, maar bij Maigret weet je van de hoed en de rand. 
Welterusten.

zondag 15 maart 2009

Worst wezen

Deze maand 'koesteren we onze historie en vieren we het bijzondere uit de regio', aldus de editorial van het maartnummer van Living, een tijdschrift van dezelfde uitgever als Linda. Regio's? Je zou ze nog niet herkennen als ze je op je kop zouden vallen. Afgezien van een zachte g hier en daar merk je er eigenlijk nooit wat van dat wij regio's hebben. Dankzij de dominantie van grote winkelketens zien dorpen van Friesland tot Limburg er ook allemaal zo'n beetje hetzelfde uit: overal Blokker, overal de HEMA. Living negeert dat wijselijk en zet het blad vol met delftsblauw, modelletjes in boerenkielen en de Brabantse gebruiken bij de grote schoonmaak van weleer. Op het menu staan balkenbrij en bloedworst. 
Meer worst bij de HEMA: ´Hollandse´metworst, boerenworst en worstenbroodjes, in een opvallende verpakking gedecoreerd met een delftsblauwe Hollandse leeuw. Het bleek dezelfde leeuw te zijn die samen met z'n broer de Nederlandse wapenspreuk ( ja die hebben we, het is 'je maintiendrai') flankeert. Dat die vergeten symboliek, uit een tijd waarin Europa nog bezig was met natievorming en gold als een kruidvat dat inderdaad herhaaldelijk ontplofte met revolutie en oorlog tot gevolg, nu als wordtverpakking dient, is bizar. Is worst ons wezen?
De leeuwenworst, bloedworst en balkenbrij zijn oppervlakkige uitingen van een veranderende tijdgeest, waarin een programma als Ik hou van Holland goed kan scoren en de boekwinkels vol liggen met de 100 beste Nederlandse dit of dat, van gedichten tot schilderijen. 'Er waart een oud spook door Europa, het spook van het nationalisme', schreef de vorig jaar overleden columnist en socioloog J.J. van Doorn vier jaar geleden al. Het nationalisme is terug. De groeiende aanhang van nationalistische politieke partijen in Europa laat zien dat zich dat ook op een heel wat minder gezellig niveau afspeelt dan delftsblauw. 
Of ik worst lust? Nee, dank u. 

  

vrijdag 27 februari 2009

Limousine

Op de dag van de uitvaart van mijn moeder kwam er ’s ochtends een zes meter lange limousine voorrijden. Alleen voor mij. Nu mijn moeder ook was overleden was alleen ik nog over van ons kleine gezin. Een drietal waren we geweest. Maar geen drie-eenheid. 

De auto was obsceen groot en glimmend, en overduidelijk teveel voor mijn Amsterdamse buurtje met popperige huizen van vriendelijk-rode baksteen. Ik schaamde me er een beetje voor. Het was het verkeerde rekwisiet in de film die de dood van mijn moeder was, want zo onwerkelijk voelde het wel.

Het was januari. Geen makkelijke maand, januari. Eerder een wrede maand: donker, koud en met zo kort na de feestdagen in de verste verte nog helemaal niets in het vooruitzicht. Toch geldt april als de wreedste maand, althans volgens de dichter T.S.Eliot. Maar dat mijn moeder, die iedereen niets dan het beste wenste, stierf, en dan ook nog middenin de winter waar ze een hekel aan had, vond ik ook best wreed. 

Diep verzonk ik in het vette beige leer van de achterbank. Op de voorbank zat een chauffeur in het zwart met een pet, en daarnaast de meneer die dezelfde naam droeg als de onderneming die de uitvaart regelde. Toen ik een jaar of achttien was zei mijn vader op een keer dat hij een uitvaartverzekering voor me had afgesloten. Zelf hadden ze er ook een, en dezelfde man die toen aan de deur was geweest zat nu, twintig jaar later,  op de voorbank en ik keek naar zijn achterhoofd. De nek was schoongeschoren, door het dunne haar zag je de rozerode schedel. Beide mannen zagen er stijfjes uit, maar ook erg keurig. Ze begroetten me met gepaste ernst en misschien dat ik wel even heb geglimlacht, wat in de verste verte geen afspiegeling was van hoe ik me voelde. 

Terwijl we geruisloos door de straten zoefden, alsof we niet reden maar zweefden, keek ik naar buiten naar de voorbijsnellende kale kruinen van de bomen en had ik het gevoel dat daar mijn moeder was, ergens. Niet heel ver weg, maar ook niet heel dichtbij. 

 

vrijdag 20 februari 2009

Ich bin ein Recessionista

Sinds ik gisteren van het ene op het andere moment nog maar de helft betaal voor mobiel bellen, (dankzij iets dat sim only heet), heeft een grote bespaardrift zich van me meester gemaakt. Ja, als dat zó makkelijk gaat! Van 30 euro naar 12, 50 in de maand, scheelt toch mooi, eeh, 210 euro per jaar. 
Jammer wel, dat ik zeer onlangs een Duur Vestje heb aangeschaft, maar besparen op leuke dingen kan altijd nog. Eerst maar eens de saaie. 
Mobieltje, vaste telefoon, internet, kabeltv, het sportabonnement, de krant (geswitched naar weekend-variant, voor de rest heb je internet) : alles samen kan ik er zonder een centje pijn een kleine 600 euro per jaar op besparen. Daar kan je een aardig vestje van kopen.  
Dat gaat lekker. Wat hebben we nog meer? Die thrillers op zolder, allemaal uit en herlezen ho maar: naar De Slegte ermee. De zomerkleren kunnen ook vast uitgemest, goed voor het humeur bovendien, middenin februari rokjes en slippertjes passen. Wel koud, want cv maar op 18, 5. Toch drie tassen weggebracht naar tweedehands winkel. 
Heeft u dat nou ook? Soms bekruipt me bij de recessie het gevoel dat het de nieuwe kleren van de keizer zijn: iedereen heeft het er wel over, maar ik zie niks.  
Vast een beetje bezuinigen kan natuurlijk geen kwaad. En het is wel lekker, eigenlijk. Dat oeverloze consumeren had toch z'n beste tijd gehad, daar moest sowieso iets anders voor in de plaats komen - af en toe een vestje daargelaten. 
Er is een naam voor hippe types, die van de recessie opgewekt een levenshouding maken: recessionista. 50 Ways to be a recessionista, kopte de Britse Times onlangs,  en geeft opgewekte tips. Een romantisch weekendje betekent voortaan met een stapel dvd's op de bank, 'redecorating'  is je boekenkast herindelen, en 'ik heb een nieuwe look' is dat je je scheiding anders legt. Zo chic mogelijk gebruik maken van wat je hebt, is het idee. Ik ben voor. En nu ga ik naar de spa (lees: nu ga ik met m'n voeten in een teiltje zitten).
    

woensdag 11 februari 2009

Over liefde gesproken

De afgelopen maanden heb ik verhalen verzameld over de liefde. Verrassend mooie verhalen zijn het, die me werden verteld door zestien mensen waarvan de jongste in de dertig is en de oudste tachtig. Er zitten dichters tussen en schrijvers, een beroemde tekenaar, een alsmaar prijzenwinnende actrice, een regisseur, een hele leuke dominee, een oud-politica, een jonge scenarioschrijver en de presentator van All You Need is Love. Bij elk van hen speelt liefde op één of andere manier een rol, in hun werk, in hun kunst of in hun leven.
Ze vertelden me hun ervaringen, hun wijsheden, maar ook hun mislukkingen in de liefde en soms vertelden ze me hun hele ziel en zaligheid. En ieder verhaal is weer anders. Wat liefde voor de een is, is het bepaald niet voor de ander. Het is vertrouwen, bevrijding maar ook onbaatzuchtigheid. Het is een storm in de hersenen, maar ook het verlangen nog voordat het er is en het verdriet als het weer voorbij is. Je kunt het van alle kanten bekijken-  en dat heb ik gedaan. Ik heb die verhalen opgeschreven, herschreven en samen vormen ze nu bijna een boek. Bijna, want het is nog niet helemaal af. 
Maandag is de deadline. 
En nu moet ik gauw weer verder. 
wordt vervolgd

dinsdag 3 februari 2009

Partir c'est mourir un peu

Na ruim twee jaar is mijn moeder vandaag opnieuw gestorven. Een mens is namelijk niet zo maar dood, dat is een misverstand. Sterven gaat in fases. Fysiek kun je misschien in éen klap van de aardbodem verdwijnen, maar je papieren versie, is een heel ander verhaal. In abonneebestanden, ledenadministraties en boekhoudingen kun je makkelijk nog maanden, zelfs jaren voortleven, lang nadat de rouwkaarten de deur uit gingen. Zo was mijn moeder nog lang na haar dood abonnee van Libelle, wat ik ook deed. 
Gelukkig was het ditmaal geheel pijnloos. Zacht was de plof van de blauwe enveloppe op de mat, met daarin de allerlaatste belastingaangifte van mijn moeder. Ze is overleden op 6 januari 2007 en ja, ook die zes dagen zijn gedocumenteerd, in de vorm van cijfertjes en woorden als inkomsten, onkosten en premies. 
Over hoe haar laatste dagen waren, daarover reppen de papieren niet. Niets over haar zwijgen, haar slapen, of over die ene traan die vlak voor haar laatste ademtocht een spoor trok over haar zachte wang. 
Nu is het dossier gesloten - althans op papier. Want er is nog een andere plek waar zij voortleeft, en dat leven kan nog heel lang duren want die plek is in mij. Ik die aan haar denk op deze doordeweekse avond, en op andere avonden ook.  

zondag 1 februari 2009

De dame met het hoedje

Soms zie je zomaar ineens een vrouw met een hoed. Het overkwam mij vandaag, bij het kijken naar Kunststof, een kunstprogramma dat om onduidelijke redenen wordt gepresenteerd door voormalig parlementair verslaggever Joost Karhof. Maar goed. De dame in kwestie zat in het publiek, in het zwart, de hoed schuin op het hoofd, de lippen fraai gestift, de houding fier. Opvallend, en ook wel indrukwekkend. De elegantie kwam bij haar uit de poriën, zoals bij een ander zweet.
Zou ze zo ook over straat gaan, in onze treurige Nederlandse, nietserige januarimaand? Hoe doet ze dat? Waar haalt ze de geest vandaan, of de kracht, zoals een bekende entertainer dat altijd zo geinig zegt. Zakt dan niet alle sjeu en schwung uit haar weg zodra ze de voordeur achter zich dichttrekt? 
Neem nou vandaag: plots blaast er zo'n genadeloos koude poolwind dat je verlangt naar wollen mutsen, majo's en van die schapenvachtlaarzen - zelfs even overwogen om de beenwarmers aan te trekken die nog ergens lagen. Als ik het maar niet koud krijg, verder zal het me worst wezen.
Haar dus niet. Is met elegantie, hoed en al op weg gegaan, mensen en poolwind tegemoet tredend. Ik vind dat knap. Ik weet niet eens precies waarom maar ik geloof dat het te maken heeft met je niet laten kisten, niet door kou, sjagrijn of door het leven zelf. Chapeau. 

Opzij?

De nieuwe, gerestylde Opzij ligt hier al dagen te branden op de stapel tijdschriften- en ik er maar niet weten wat ik er van vond.  Nou, dat is over. 
Het is oude wijn in nieuwe zakken. Achter die van Vanity Fair gekopieerde uitflapcover met tig nogal streng kijkende vrouwen in avondkledij vinden we de bekende riedel verdeling arbeid-zorg, kinderopvang en meer vrouwen in topposities. 
Nu is dat allemaal belangrijk, maar er zijn ergere dingen dan dat Nederlandse vrouwen kampioen deeltijdwerk zijn - vinden ze namelijk wel relaxed, zo met de kinderen. Maar er worden in dit land ook vrouwen vermoord, mishandeld, verminkt, onderdrukt en uitgebuit. Denk aan eerwraak, vrouwenbesnijdenis, vrouwenhandel, loverboys. Zaken die vaak te maken hebben met een ander geloof, een andere cultuur - maar wel Nederlands. Maar daarover lees ik geen jota in de nieuwe Opzij. Het zijn hete hangijzers natuurlijk, maar als je daar érgens moord en brand over zou moeten schreeuwen dan is dat toch in een feministisch tijdschrift. Helaas; in het hele blad staat één column van een Marokkaanse Nederlandse, en die gaat over daten. 
Sowieso zijn dames met een andere culturele achtergrond opvallend afwezig; van de dertien vrouwen op de cover zijn er elf leliewit. Er staat één zwarte vrouw in, Oprah, die dik is aldus het bijschrift, maar dat geeft niet want ze staat toch aan de top. Wéér die top. 
De nieuwe Opzij is een wit blaadje voor carrièrevrouwen. Anja Meulenbelt slaat de spijker op de kop in haar gastcolumn (meer ruimte krijgen de feministische tijgers van weleer in de nieuwe formule helaas niet) : die top, waar vrouwen zo nodig op moeten willen, daar passen maar heel weinig vrouwen (en mannen) op. Er zijn ook nog massa's andere vrouwen: schoonmaaksters, babysitters, migrantendochters, bijstandsmoeders, die een heel ander emancipatieproces doormaken. Vroeger, schrijft Meulenbelt, ging feminisme ook nog over zoiets als solidariteit. 
Die willen we graag terug, en dan niet alleen in de slogan op de cover ('feminisme voor iedereen'), maar ook in de kolommen. 

zaterdag 31 januari 2009

The Wire

Ja hoor, ik heb gehuild bij de allerlaatste aflevering van The Wire, de serie waar ik de afgelopen maanden danig aan verslaafd was. Het einde was ontroerend en het afscheid van al die mensen, personages moet je zeggen maar dat klinkt me teveel naar bordkarton bij een serie die zoveel echtheid ademt, viel me zwaar na vijf seizoenen van twaalf uur. Ze worden zowat familie van je. Maar hier geldt ook dat wie met pek omgaat, met pek wordt besmet; je brengt niet ongestraft zoveel tijd door met zwarte gangsters en dealers en alles stijfvloekende agenten zonder je met ze te identificeren. Zo kon het gebeuren dat ik dingen ging roepen als Yo, motherfúcker, waar iedereen best raar van opkeek. Hell, ik voelde me soms een halve nigga, zij het dan een hele witte, en als ik na weer een lange sessie Wiren buiten kwam keek ik kwaaiig om me heen. Met die dog eat dog attitude ging ik dan naar Albert Heijn om de hoek.  
Maar wat bén ik ook van ze gaan houden. Vooral van de kids in de serie, jochies die allemaal beginnen als lieve kleuters met kraalogen en die je seizoen na seizoen meemaakt en ziet opgroeien.Tot hun ouders een paar jaar later ijskoud hun kleren en schoolboeken verkopen voor drugs, en ze nog veel meer flikken, tot alles wat deugt aan ze al voor hun twaalfde is weggespijpeld. En ze net als hun vaders het enige pad opgaan waarvan ze niet zijn afgesneden: dat van de dealers. 
Gehaat heb ik de politici en andere hoge omes, die liever achterover leunen en hun eigen zakken spekken dan dat ze hun nek uitsteken en proberen iets te veranderen. Ja, er valt een hoop te leren van deze serie: hoe de moed van enkelingen het verschil kan maken bijvoorbeeld. Petje af, voor zo'n levensecht, liefdevol portret van gewone mensen in bijzonder slechte omstandigheden. 
En nu? Wachten, tot de dvd uitkomt van Generation Kill, het nieuwe project van de makers van The Wire, Ed Burns en David Simon, dat het verhaal vertelt van de Amerikaanse invasie in Irak, van binnenuit, gezien door de ogen van een stel mariniers. Volgens critici, die unaniem de loftrompet staken, ademt het dezelfde sfeer van integriteit en echtheid, en zijn cast en script uitmuntend.  
Wachten dus, en ontgangsteren. M'n innerlijke neger opbergen en terugkeren naar onze eigen, allerminst op scherp staande verhoudingen. McNulty, Omar, Bubbles en de anderen zouden zich geen raad weten met zoveel ontspanning, wij weten niet beter. Tsja. 

donderdag 22 januari 2009

Macaroni

Over vijf jaar moeten er 1 miljoen hybride auto's rijden in de VS, over ruim 15 jaar moet 25 procent van de electriciteit komen van schone bronnen en in 2050 moet er 80 procent minder uitstoot zijn van broeikasgassen. Misschien wat voorzichtig, die ene miljoen op een geschat aantal van 250 miljoen geregistreerde personenauto's, maar je moet ergens beginnen.
Onder 'Agenda' kun je op de site van het Witte Huis lezen wat nr. 44 (dat, en dat alleen, stond er naar het schijnt op het briefje dat Bush op zijn bureau achterliet voor zijn opvolger) allemaal wil bereiken op gebied van energie & milieu, en verder alles van Irak tot immigratie en van armoede tot vrouwen. Ook Katrina is een agendapunt; samen met een wat rare verzameling, van o.a. 'sporters', kunst en kinderrechten, staat het onder 'additional issues'. En mocht het in zijn inaugurele speech nog enigszins versluierd klinken, hier is het echt heel duidelijk wat nr.44 vindt van 43. Obama, staat er letterlijk, 'will keep the broken promises made by President Bush to help rebuild New Orleans'.
Het klinkt als muziek in de oren. Een paar maanden geleden stonden we nog op de rand van een oorlog met Iran, weet u nog? Kome wat komt (plechtig, ja haast Bijbels taalgebruik laat zich i.v.m. Obama steeds minder goed onderdrukken), het is een opluchting dat de baas van de wereld nu eens geen indianenkreten uitslaat. 

PS: bekijk op whitehouse.gov vooral ook de fotoserie van Whitehouse-pets. Eisenhower had een Weimaraner die Heidi heette, Kennedy een pony genaamd Macaroni en de kat van Clinton heette Socks. Benieuwd naar die nieuwe hondjes...Ebony en Ivory?  

zondag 18 januari 2009

Obamania

Zag net Tom Hanks de menigte toespreken bij het Lincoln Memorial in Washington. Déjà vuutje, want in Forrest Gump stond 'ie daar ook, alleen waren het toen de jaren zestig. Vervreemdend, dat was het. Was er bij Bush vier jaar geleden eigenlijk ook sprake van een inauguratieweek? Er was wel een concert, de avond tevoren, maar Bush kon natuurlijk niet zoveel coole gasten krijgen als Obama. Nee, dit slaat alles. Live vanuit Washington (de NPS zond het uit, met nogal duf commentaar van Willem Lust) zijn we getuige van het volmaakte huwelijk tussen showbizz en politiek. Monumentaal entertainment, met enorme koren die opduiken vanachter met Romeinse zuilen versierde decors, filmsterren die speechen als politici en politici die filmtaal uitslaan, vol oneliners. En de toon? Hip en plechtig tegelijk. Cool, maar ook klassiek. En correct- al kan dat ook komen door de kou, waardoor de poppoezen koltruien droegen. Geen tepel gezien. Past ook niet bij Obama, zo'n tepel. (Zou ze er trouwens daarom niet bij zijn, Janet?Zou me niks verbazen. 'Geen weirdo's', je hoort het Obama zeggen. Dus ook geen Michael.)
Nee, dit is de toon van een president die een nieuwe standaard wil neerzetten. En hij kan 'm niet vet genoeg aanzetten, want voorlopig is make believe alles wat 'ie heeft. 
Poll finds faith in Obama, mixt with patience, kopt de New York Times vandaag. De komende twee jaar maakt 'ie niks klaar, denken de Amerikanen, blijkbaar toch niet helemaal gespeend van enige nuchterheid. Maar vertrouwen hebben ze, meer dan in enig van de andere laatste vijf presidenten. Maar ja, dat waren me ook een stel: George, Bill, ouwe George, Ronnie en Jimmy. Je ziet het al aan die namen: klinkt meer als de broertjes Daltons dan wat anders. Nee, de nieuwe president heeft veel mee. 

donderdag 15 januari 2009

Obamaschaamte

Test. Wie zei: 'Aan hen die de wereld willen verwoesten: wij zullen u verslaan.' Olmert? Bush? De voorzitter van Greenpeace? Nee, het was Barack Obama, in zijn overwinningspeech. 
Die speech hangt sinds 5 november bij mij op de wc, ogenschijnlijk een weinig eervolle plaats maar wel de uitgelezen plek om zoiets nog eens te herlezen. En nog eens, en nog eens. En toen gaandeweg de euforie wegzakte na de overwinningsroes (ook felicitatiesmsjes verstuurd?) klonken sommige frasen in die speech ineens wel erg, eh, hol. 
Toch een beetje last van Obamaschaamte. 
Nog vijf dagen, dan is het zover. Susan Sarandon komt, Spike Lee ook en Sting gaat optreden, en Stevie Wonder en Alicia Keyes en Barbra Streisand ook, naar het schijnt. En Beyoncé, en Mary J. Blige, en P.Diddy, en Itzhak Perlman, en Yo Yo Ma. Dit word groot, dit wordt huge, dit wordt beter van Live8! Een thema is er ook al: A New Birth of Freedom. Refereert aan Lincoln (zie huffingtonpost.com). Of ik die speech ook ga uitknippen en ophangen, weet ik niet. Misschien eerst een dagje later nog maar eens lezen. 

maandag 12 januari 2009

Griep

Yep, sinds woensdag. Zucht. Daarom nog een lijstje, wegens gebrek aan echte inspiratie (hatsjie):
Gezien: 2 hele seizoenen Frasier; altijd goed voor geschater, en seizoen 3 en 4 van The Wire, dat almaar beter wordt. Hier en daar een Klein huis op de prairietje, wegens leuk stuk daarover van K. de Bruin in de VPRO-Gids van deze week. Te zoet, te braaf, maar erg lief. 
Gesnoten: 1 heel pak papieren AH-zakdoekjes plus 1 wc rol.
Gedronken: 4 pakken Dubbeldrank.Weet niet waarom maar als ik ziek ben, wil ik Dubbeldrank.
Gelezen: Exit Ghost van Roth, voor de tweede keer. Man, man. Om, min of meer, met Godfried Bomans te spreken: al schreef ik maar één zo'n hoofdstuk. 
Gedaan: geen drol. 
Gedacht: .......

zondag 4 januari 2009

Goed voornemen

Economie is ook niet alles. Voor 2009: lijst van met beleid te gebruiken economische termen

1. winst. 
2. een win-win situatie. 
3. opleveren. 'wat levert het je nou eigenlijk op, zo'n relatie?'
4. investeren. 'jij investeert te weinig, in ons'. 
5. afrekenen. 'en wie wordt daar op afgerekend? ik, natuurlijk weer!'
6. meerekenen. 'oeps, die had ik niet meegerekend, die vijftien zeewierpakkingen.'
7. budget. 'zoveel?? dat is boven mijn budget. en waar is het eigenlijk voor?'
8. de balans opmaken. 'als ik de balans opmaak, blijft er niet veel over.'
9. aandeel. 'laten we het nou eens hebben over jouw aandeel, hierin'. 
10. markt. 'ja doei. ik ga eens kijken of ik nog goed in de markt lig.' 
11. je rijk rekenen. 'hm. ik zou me nog maar niet rijk rekenen, als ik jou was' (met dank aan Theodoro) 

 





zaterdag 3 januari 2009

Noro-virus
M'n hoofd 180 graden rondgedraaid heb ik niet, maar verder deed ik vorige week een tamelijk goede imitatie van Linda Blair in The Exorcist. Met name de braakscène. 'Het noro-virus gaat gepaard met projectielbraken', zegt wikipedia, en dat is een verdomd adequate term. Wist niet dat dat kón, zo ver. Laten we het erop houden dat muren, deur en vloer van de wc na verwoed boenwerk mijnerzijds, schoner zijn dan ze ooit waren. En dat is dan toch winst- oh nee, dat is een vies woord nu hè, winst. Kan niet meer in 2009, economische termen in het dagelijks taalgebruik. Gelukkig nieuwjaar nog, trouwens. 
Maar goed. Terug naar de wc. Sterk biologisch wapen in potentie, zo'n virus. Want laat me u één ding vertellen over het noro-virus: ten strijde trekken, maakt niet uit waartegen, al is het het eelt onder je voeten, zit er echt even niet in. Hele regimenten zou je zo kunnen lamleggen (en dat gebeurt ook, zij het dat het hier regimenten bejaarden en ziekenhuispatiënten betreft, want het noro-virus houdt van mensen en gezelligheid). Heel wat goedkoper ook dan een Kassam of een Grad raket, en veel minder bloederig. Nee, als ik de Palestijnen en de Israëliërs was, dan wist ik het wel. Eenmaal aan de diarree zitten ze dan ineens in hetzelfde schuitje. En dat verbroedert hoor, diarree. Want er is weinig, wat je zo nederig maakt als een volgescheten onderbroek.