maandag 24 augustus 2009

Voor later

O, wat maken we ons druk om onze slinkende pensioenaanspraken, lijfrentepolissen en vermogens op de bank. Want het is crisis. Straks zijn we oud, en dan willen we dat appeltje voor de dorst. Zodat we fijn door kunnen leven zoals we dat altijd deden.
Denken we. Maar voor veel premiebetalers loopt het toch net even anders af. Veel van jullie worden geen honderd, lekker op de eigen driezits thuis. Jullie worden ziek, takelen af, thuiswonen gaat niet meer. En dan? Dan moet je naar een verpleegtehuis. Ja, ook jij. Van de ene op de andere dag laat je alles achter: je huis en al je spulletjes, de tuin, de kat, en je man, of vrouw.
Nu zit je heel ergens anders. Er is veel wachten bij. Tot er eindelijk iemand komt om je uit bed te halen 's ochtends. Of om te mogen douchen, eens per week. En ook als je moet, moet je gewoon wachten.
Je pensioen kan je dan niet helpen, en je spaargeld ook niet. Je zou er wel extra personeel van willen betalen in het tehuis waar je zit, maar zo werkt het niet. Had je destijds in de Kamer maar harder gevochten voor meer handen aan het bed en betere salarissen in de zorg. Maar je koos andere prioriteiten. Welke ook weer?

zaterdag 8 augustus 2009

De vriendelijkheid van vreemden

Lekke band vanmiddag, onderweg naar huis, na het aanschaffen van verscheidene iniminie onderbroekjes die de naam 'broek' beslist niet waarmaken. Nog peinzend over de huidige staat van het ondergoed (waarom is na de string nu het boxertje in?) klonk plots bonk bonk de velg. Lopen? Dacht het niet. Nee, staand op de pedalen verder, zoals bij indoor spinnen, maar dan dus outdoor, in het wild. Zag er tamelijk raar uit, en dat zei dan ook de fietser die nu langszij verscheen. Lekke band, vroeg hij. Uhu, hijgde ik. O, zei de Aardige Man, nou, ik woon hier om de hoek en als je wilt pak ik wel even m'n fietspomp.
Zo gezegd, zo gedaan. Na vijf keer bedankt roepen fietste ik vrolijk verder, vol sympathie. Niet alleen voor de Aardige Man, maar voor de hele stad en iedereen d'r in. De wereld was ineens een betere plaats door de vriendelijkheid van een vreemde.
Uit onderzoek blijkt dat ons wereldbeeld mede wordt bepaald door hoe we worden bejegend in de openbare ruimte. Worden we met de nek aangekeken of voor klerewijf uitgemaakt omdat we, ik noem maar wat, een stukje over de stoep fietsen (is me ook weleens overkomen), dan beïnvloedt dat ons negatief.
Sinds ik dat weet geef ik buiten zo vaak mogelijk glimlachjes weg.
Aan de moslima bij de H&M, die van haar man moet opschieten. Aan de oude dame met rollator die wil oversteken maar niet durft. Aan een kibbelend stel waarvan de hij de blik op oneindig heeft. Ze zijn vaak verrast, de mensen. Ze verwachten het niet, maar ze glimlachen meestal terug. En misschien blijft 'ie nog wel even hangen ook, die glimlach.
Vriendelijkheid van vreemden: het kost niets maar het is onbetaalbaar.