Seks en de RouvoetigenIn het debat over seks & jongeren wordt nogal wat door ekaar gegooid. Waar hebben we het nou eigenlijk over? Voor alle Rouvoetigen, zoals Hedy d'Ancona ze treffend omschrijft, zetten we het even op een rijtje.
Allereerst heb je jongeren die het doen. En dan niet alleen met de ware Jacob, maar ook met Piet, Klaas en misschien wel Alleman. Dat kun je goed- of afkeuren, maar zolang beide partijen er met het volle verstand mee instemmen is het geen reden om moord en brand te schreeuwen. Dat geldt ook voor billenzwaaiende bubbelende meisjes op de dansvloer en players van vijftien met onder iedere sneltoets twintig meisjes.
Maar er zijn ook jongeren, en dan met name meisjes, die wel eens wat, of misschien zelfs vaker, wat tegen hun zin in doen op het gebied van seks, zoals blijkt uit de IKON-serie Geloof, Seks en (Wan)hoop2 (nog te zien op 1 en 8 december). Ze gaan met jongens naar bed niet omdat ze dat willen maar omdat ze er anders niet bijhoren, bijvoorbeeld. En eenmaal in bed beland blijken ze niet in staat om zo voor zichzelf op te komen dat vrijen fijn wordt in plaats van een droge, pijnlijke aangelegenheid.
Laten we het daar nou eens over hebben, in plaats van over de al dan niet vermeende pornoficatie van de samenleving. Want ach, die clips, die nulzesreclames - je kunt het allemaal uitzetten, het hóeft je niet te raken. Dat geldt niet voor het gedrag van die meisjes. Dat raakt wel, hen zeker. Dat is echt. En echt zorgelijk.
Hoe kan dat nou, anno 2008 - hebben we dan helemaal niks geleerd van Hedy en de haren? Die bedachten veertig jaar geleden al de leus 'Als een meisje nee zegt, bedoelt ze nee'. Streden tegen seksueel en huiselijk geweld tegen vrouwen, vóór het recht op abortus en voor het recht om zelf ook plezier aan seks te beleven (' hij zit ongeveer tien centimeter hoger schat'). Dat alles was tot die tijd allesbehalve vanzelfsprekend. Hulde dus, zou je zeggen, aan Hedy d'Ancona en alle andere voorvechtsters.
Maar in plaats van dat ze in dit debat ook inderdaad als voorvechters worden gememoreerd, worden zij en in één moeite door de hele jaren zeventig, door de minister van Jeugd en gezin en cs. in een soort aanval van Christelijke schoonmaakwoede afgedaan als 'losgeslagen' en bij het grof vuil gezet.
Wat nog wel eens wordt vergeten als het gaat over seksualiteit en jongeren, is dat er steeds weer nieuwe generaties meisjes worden geboren die van toeten noch blazen weten, tenzij iemand ze liefdevol maar dringend uitlegt hoe het zit met de bloemetjes en de bijtjes en hun onvervreemdbare rechten.
Het wordt tijd om de oude spandoeken weer eens uit te rollen. Als een meisje nee zegt, bedoelt ze nee. Dat was toen zo, dat zou nu zo moeten zijn en dat moet zo blijven.