Fanta, Johan Neeskens en Boney M: ze hebben op het oog weinig met elkaar te maken, maar schijn bedriegt. Ze horen alledrie tot het weefsel waaruit de jaren zeventig bestaan; lome zomeravonden gevuld met oranje bruis in een glas, het Nederlands elftal in z'n gloriejaren op de buis en dansen en meezingen in de woonkamer tussen het opeengepropte leren bankstel, met Ma Ma Ma Ma, Ma Baker, van Boney M.
Boney M, dat was Bobby Farrell. Bobby had een enorme afro en indrukwekkende plateauzolen en tijdens het zingen kauwde hij gewoon op een lucifer. Hij was dus ontzettend cool, maar het liedje riep veel vragen op. Wie was die Ma Baker uit Chicago die werd gezocht door de FBI, en waarom keek Bobby er zo kwaad bij?
Hij kan het ons niet meer vertellen, want vannacht is Bobby Farrell, 61, overleden op een hotelkamer in Sint Petersburg. Op de radio vertelde zijn manager hoe het zat, met Bobby. Hij kende hem al heel lang. 'Ik doe Bobby al twintig jaar', zei hij. Bobby trad nog steeds op. Sterker, hij was eigenlijk nooit weggeweest, zei de manager. Behalve na de jaren zeventig even. Maar daarna was hij 'in de revival gegaan'. Hij zong nog steeds Ma Baker. Ma Baker: she never could cry but she knew how to die. Of Bobby dat ook wist, blijft een raadsel, maar dood is hij. Geen revivals meer, voor Bobby.
donderdag 30 december 2010
woensdag 8 september 2010
Herfstlijkjes
Je begint zoals iedereen: met de goedkoopste. Alle kleuren van de regenboog heb je inmiddels al gehad, sterretjes en stippeltjes incluis. Want ze begeven het, die krengen, soms al bij de eerste vlaag. Eenmaal stuk eindigen ze in de goot, of achteloos in een afvalbak gestoken. De pootjes, geknakt, er nog half uit. In de loop der jaren laat je zo heel wat paraplulijkjes achter.
Op een dag ben je het zat en trek je je portemonnee. Maar al leven de duurdere beduidend langer, stuk gaan ook zij. Dus je gaat een trapje hoger. En nog hoger. En dan kom je zo ver.
Dat was voor mij vandaag. Vandaag kocht ik de Rolls-Royce onder de paraplu's. Om te beginnen licht 'ie lekker zwaar in de hand. Je gaat ervan mee in de palm van je andere hand slaan, een beetje zoals oom agent in de stomme film met zijn wapenstok. Als je op de rode knop drukt schiet 'ie zo hard open dat je ervan schrikt. Hij maakt daarbij een fijn, haast hydraulisch geluid.Pfoef. Voor de lol wil je 'm steeds weer tevoorschijn laten schieten. En weer in. En uit. En voor het eerst ben je blij dat het regent.
Op een dag ben je het zat en trek je je portemonnee. Maar al leven de duurdere beduidend langer, stuk gaan ook zij. Dus je gaat een trapje hoger. En nog hoger. En dan kom je zo ver.
Dat was voor mij vandaag. Vandaag kocht ik de Rolls-Royce onder de paraplu's. Om te beginnen licht 'ie lekker zwaar in de hand. Je gaat ervan mee in de palm van je andere hand slaan, een beetje zoals oom agent in de stomme film met zijn wapenstok. Als je op de rode knop drukt schiet 'ie zo hard open dat je ervan schrikt. Hij maakt daarbij een fijn, haast hydraulisch geluid.Pfoef. Voor de lol wil je 'm steeds weer tevoorschijn laten schieten. En weer in. En uit. En voor het eerst ben je blij dat het regent.
donderdag 2 september 2010
Nieuwe vogels
Zoals de groene parkieten in zwermen opduiken in de stad, luid kakelend en zwalkend langs daken en bomen, zo duiken zij nu op, even plotseling en onvast: de nieuwe scholieren. In lange slierten fietsen ze langs, schrikbarend jong en nog niet helemaal op maat voor op hun op de groei gekochte fietsen. Ze vormen een groep, maar toch ook weer niet. Twee, maar vaak ook drie naast elkaar laveren ze, met al het andere verkeer, door de te smalle straten. De blik soms angstig, soms onpeilbaar ver alsof er om ze heen geen scooters razen en verkeer niet bestaat. De wondere wereld van het tienerbrein. Van 'drie naast elkaar, één de sigaar' hebben ze vast nog nooit gehoord en anders is hij niet blijven hangen, die goeie ouwe leus.
En net als de parkieten zijn ze ineens weer uit zicht verdwenen. Het is minutenwerk, hun onbedoelde optocht. Even later zijn ze binnen met z'n allen. Veilig de boom in.
En net als de parkieten zijn ze ineens weer uit zicht verdwenen. Het is minutenwerk, hun onbedoelde optocht. Even later zijn ze binnen met z'n allen. Veilig de boom in.
donderdag 26 augustus 2010
Wasmolen
Negen uur koffiepauze, om een uur of elf weer en dan de grote pauze, zo tegen enen: ja, ik ken het ritme van de gevelmannen.Sinds mei leven wij samen in dit blok, ik op mijn balkonnetje, zij met hun enorme drilboren op hun steigers. Hun pauzes zijn ook die van mij. Eindelijk rust. Toen brak de bouwvak aan. Een oase van stilte en vogelgefluit. Na een tijdje kwam er een nieuw geluid bij: kinderkreetjes, afkomstig van de overkant. Op een dag gingen de tuindeuren open van het huis van de dikke overbuurman, en er verschenen een man en een vrouw. Een peuter schoot tussen hen door het gras op. De dikke overbuurman, zijn oude wasmachines, stapels stenen en de brommer waren allemaal verdwenen. Ze zijn verruild voor een wasmolen, een plastic zandbak en een omafiets.'s Avonds zie je niets. De nieuwe overburen hebben gordijnen.
Abonneren op:
Posts (Atom)