Achter het raam van zijn helverlichte woonkamer zit avond aan avond, als in een aquarium, mijn ontzettend dikke overbuurman. Het vlees van zijn ontblote buik ligt in lagen gedrapeerd in zijn schoot. Hij is een bezienswaardigheid - maar geen vrolijke. Zoals hij daar zit achter glas lijkt hij in de verte op een rare witte vis. Een wezen uit de diepzee,een plaatje uit het boek van Jules Verne. Aan sfeerverlichting doet hij niet, de dikke man. En aan heel veel andere dingen waarschijnlijk ook niet.
Hij zit, dat wel. In zijn vaste stoel voor de televisie, die je in de verte ziet blikkeren en die vreemde schaduwen op zijn lichaam werpt. Om zes uur 's avonds zit hij daar en om een uur 's nachts zit hij daar nog. Tussen de slapende huizen en het donker van de binnentuin licht het op, zijn witte vlees. Hoe ver af van alles voltrekt zich zijn leven - van 20.000 mijlen onder zee.
met dank aan Jules Verne
vrijdag 13 november 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)